Raar
is het, ondertussen al weer een paar weken thuis en bijna weer in het gewone
gareel.
Opletten
dat niet onbewust de herinneringen naar de achtergrond zakken door de gewone
beslommeringen.
Fotoboeken
liggen op tafel als bewijs dat het echt is wat we gedaan hebben.
Maar
nog wel even mijmeren over de laatste weken van juni.
Ook
die maken echt onderdeel uit van onze 13 maanden alleen maar zeilen, motoren,
water, ankerbollen, ankerketting steken, jachthavens, indrukken opdoen,
inklaren, uitklaren en rumpunch.
Heerlijke
lange zeiltochten, die ’s-morgens bij het krieken van de dag beginnen en net
voor de duisternis invalt weer eindigen. Dit is het Kanaal, getijden die er toe
doen.
Dobberend
aan een ankerbol met een glas wijn genieten van de glinsteringen op de kust en
van een vreselijke koude tocht die je net hebt beëindigd. Ik ben toch echt blij
met mijn winterhandschoenen.
Wat
een troosteloos weer, echt vakantieweer, je kunt er geen pijl op trekken en de
weerberichten spreken elkaar van alle kanten tegen. Wat een geluk dat een boot
waterdicht is, de afgelopen tijd vooral van boven.
Maar
niks getreurd, wij zeilen hier heerlijk rond, geen dolfijn te zien. Die steken
zelfs hun snuit niet uit dat koude water.
We
hebben er 1 gezien, waarschijnlijk schrok deze van de koude oppervlakte en
verdween meteen weer in de diepte.
Maar
die vergezichten bij de Engelse Kanaaleilanden en de Franse kust zijn geweldig.
Zware
regenbuien, dikke mist en soms bladstil water dat als een dikke olielaag
spiegelt of mooie winden om nooit meer te willen stoppen met zeilen.
Baaien
die bij mooie zonovergoten dagen idyllisch zijn, maar zoals wij ze nu zagen
zeer luguber en angstaanjagend. Daar lig je dan aan een ankerbol.
Zelfs
de Sonnema Beerenburg komt als stroop tergend langzaam uit de fles.
De
rivière Rance opvarend in de
vroege ochtend, dun opkomend zonnetje, dikke mistflarden hangen over de beboste
heuvels en nog steeds ruik je de geuren van houtkachels, zo koud is het zelfs
nu nog.
Het
zonlicht dàt er doorheen wil schijnen geeft de omgeving een spooky sfeer.
De
maagd van Orleans zou zo op een briesend paard uit de bossen naar voren kunnen
stuiven om woest aan de waterkant halt te houden, zich verbijtend dat ze je net
niet te pakken heeft gekregen.
Als
je naar de omgeving kijkt vraag je je af in welke tijd we leven.
Daarna
steken we over van Saint Malo naar Granville en laten de Baie Mont Saint Michel
rechts liggen. Wat een prachtig zeilgebied. Ik weet ondertussen waarom die
chauvinistische Fransen in Frankrijk wonen. Je wilt hier nooit meer weg.
Toch
trekt thuis, familie wil je weer zien en een einddatum voelt als een soort
magneet, hoe dichterbij hoe meer je die voelt. Voor Lia kwam een mooie opdracht
in zicht en het weer duwde ons de goede kant op. Op weg naar huis, genieten we van
datgene dat ons in die paar dagen te wachten staat.
Boulogne
sur Mer, daarna door naar Nieuwpoort en de volgende dag meteen de monding van
de Westerschelde oversteken naar de Roompot.
Mooi
weer, weinig wind en alleen de fok die af en toe bijstaat. De motor onder in
het ruim bromt en rondom je heen zie je grote vrachtschepen.
Opletten
geblazen, want ook al zie je alleen maar water het is een verraderlijk ondiep gebied.
Je
gaat contouren van land zien, de Zeeuwse kust.
Strandzand wordt zichtbaar, afgezet met groene
randen.
Het onderscheid wordt steeds scherper en de brok in m’n keel ook.
Nederland
wordt steeds meer zichtbaar, door vochtige ogen heen.
Is dit het een vaderlandse
gevoel?
Een
dag later op onze laatste tocht van deze reis naar Hellevoetsluis knettert het
onweer en bliksem rond de boot. Ook het weer was blij dat we weer thuiskwamen
en vierde feest daar boven.
Een warm welkom van Anneke en Cees van de Beau bij
de havenhoofden van de Goereese Sluis en daarna met champagne bij ons in de
kuip.
En
toen waren we thuis, maar dit zeilleven is nog lang niet voorbij en om de
woorden van Buzz Lightyear aan te halen, to infinity and beyond.