Nadat we gescheiden waren geraakt, moesten we ons
vermaken met een kort verblijf op St Thomas. Point Pleasant Resort, een mooiere
naam is niet te verzinnen, als het verblijf dan een beetje is in de zin van het
woord, plesant.
Maar ook hier kun je je hoofd flink stoten. Leuk zo’n
spelletje ring aan een touwje om n haakje gooien. Maar dan moeten ze niet dat
plankje waar dat haakje aan zit in de weg hangen. Als pijnstiller kreeg ik een fles Prosecco, had ik al koppijn,
kreeg ik dat ook nog een keer van die drank. Maar een gegeven paard kijk je
niet in de bek, dat deed je wel door het gat in mijn kop.
Daarna door naar New York, wat een prachtige stad, een
beetje als Rotterdam, zeg maar.
We huurden een AirB&B in New Jersey, aan de overkant van
de Hudson en keken uit op de skyline, als de mist het toeliet.
Het weer liet ons in de steek en met regenachtig koud
weer hebben we de stad verkend, rondgefietst, verkleumd op terrasjes gezeten,
onze ogen uitgekeken en doof geworden in de ondergrondse.
Ook hier gaan sommige metrogebruikers uit hun dak en
kijken de overige gebruikers ongemakkelijk de andere kant op, lopen mensen in
de ondergrondse voor zich uit te roepen, te prediken of te schreeuwen en doen
anderen net of ze het niet zien of horen.
Men staat gelukkig wel stil bij de muzikanten en die muziek
klinkt geweldig in deze gewelven, zelfs steeldrums denk ik, al waren die er
niet en dat was jammer. Maar dat maakten de metrotreinen wel weer goed met het
geknars van de stalen wielen op de spoorstaven. Die klonken als steeldrums,
verschrikkelijk wat een oorverdovend door merg en been schurend geluid is dat.
Alles maakt indruk in die stad, een beetje zoals in
Rotterdam, zeg maar. De meeste indruk maakte wel de omgeving van de verwoeste
Twin Towers, waar nu een grote herdenkingsplaats is.
Wat een overgang van in de kuip van je boot zitten en naar
het azuurblauwe water turen en je afvragen of er weer een barracuda,
zeeschildpad of iets anders voorbij komt of dat de rumpunch wel koud genoeg is.
Na New York kwam de wereldstad Bognor Regis, England.
Vergeet dit maar snel, zo rondom 1100, waarschijnlijk BC, had deze plaats zijn
glorietijd gehad. En of all places, daar hadden wij een AirB&B gehuurd.
Om daar te komen hadden we een auto gehuurd op Gatwick en
deze zouden we bij het oppikken van onze boot afleveren in Southampton. Mooie
ruil.
Lekker makkelijk een auto met het stuur aan de
rechterkant in het Engelse verkeer.
Op St. Lucia hadden we al eens een keer een auto gehuurd
met het stuur rechts, ook daar rijden ze aan de verkeerde kant.
Wel links maar LINK is dat! Als je richting aangaf gingen
de ruitenwissers heen en weer. Nou is dat daar niet zo erg, hier in Engeland
ging het rechterportier steeds open als ik wilde schakelen.
Na verloop van tijd ging m’n linkerhand steeds vaker naar
de versnellingspook en bleef de deur dicht.
Gelukkig konden we op 14 mei onze boot weer oppikken. Dat
had wel even wat voeten in aarde, want de Spuigracht lag aan de terminal van de
Queen Elizabeth II. Nou dan heb je heel veel lef, dus ze moest verkassen naar
een andere kade en daardoor werden wij 7 hele uren later pas gelost.
Nu liggen we gelukkig weer met beide voeten in het water,
want het regent hier constant pijpenstelen. Welkom in Engeland.
Een beetje een deja vue gevoel krijg je wel of in goed Engels,
done that before, maar dat is het leuke van een verslaving, je mag het steeds
weer doen en dus zetten we de zeilen op naar Cowes op het eiland Wight en
daarna door naar Lymington en Studland Bay om daarna aan de overtocht te
beginnen naar Cherbourg.
Later zien we wel weer, want de plannen zijn al vaak
genoeg bijgesteld, ook dat is een deja vue of done that again of oude koeien
verhalen.
Maakt niet uit. De boot drijft, de zeilen staan bol en
het is koud weer. Zalig na al die maanden zweet over mijn rug en
zonnebrandcrème.