zondag 22 mei 2016

Bootloos en weer aan de boot, klinkt als verslaving

Nadat we gescheiden waren geraakt, moesten we ons vermaken met een kort verblijf op St Thomas. Point Pleasant Resort, een mooiere naam is niet te verzinnen, als het verblijf dan een beetje is in de zin van het woord, plesant.
Maar ook hier kun je je hoofd flink stoten. Leuk zo’n spelletje ring aan een touwje om n haakje gooien. Maar dan moeten ze niet dat plankje waar dat haakje aan zit in de weg hangen. Als pijnstiller  kreeg ik een fles Prosecco, had ik al koppijn, kreeg ik dat ook nog een keer van die drank. Maar een gegeven paard kijk je niet in de bek, dat deed je wel door het gat in mijn kop.



Daarna door naar New York, wat een prachtige stad, een beetje als Rotterdam, zeg maar.
We huurden een AirB&B in New Jersey, aan de overkant van de Hudson en keken uit op de skyline, als de mist het toeliet.



Het weer liet ons in de steek en met regenachtig koud weer hebben we de stad verkend, rondgefietst, verkleumd op terrasjes gezeten, onze ogen uitgekeken en doof geworden in de ondergrondse.
 Wat een hels kabaal en wat onvoorstelbaar groot, druk en diep.
Ook hier gaan sommige metrogebruikers uit hun dak en kijken de overige gebruikers ongemakkelijk de andere kant op, lopen mensen in de ondergrondse voor zich uit te roepen, te prediken of te schreeuwen en doen anderen net of ze het niet zien of horen.
Men staat gelukkig wel stil bij de muzikanten en die muziek klinkt geweldig in deze gewelven, zelfs steeldrums denk ik, al waren die er niet en dat was jammer. Maar dat maakten de metrotreinen wel weer goed met het geknars van de stalen wielen op de spoorstaven. Die klonken als steeldrums, verschrikkelijk wat een oorverdovend door merg en been schurend geluid is dat.

                 










Alles maakt indruk in die stad, een beetje zoals in Rotterdam, zeg maar. De meeste indruk maakte wel de omgeving van de verwoeste Twin Towers, waar nu een grote herdenkingsplaats is.

                                                   

                                   
    
                                   

Wat een overgang van in de kuip van je boot zitten en naar het azuurblauwe water turen en je afvragen of er weer een barracuda, zeeschildpad of iets anders voorbij komt of dat de rumpunch wel koud genoeg is.

Na New York kwam de wereldstad Bognor Regis, England. Vergeet dit maar snel, zo rondom 1100, waarschijnlijk BC, had deze plaats zijn glorietijd gehad. En of all places, daar hadden wij een AirB&B gehuurd.
Om daar te komen hadden we een auto gehuurd op Gatwick en deze zouden we bij het oppikken van onze boot afleveren in Southampton. Mooie ruil.
Lekker makkelijk een auto met het stuur aan de rechterkant in het Engelse verkeer.
Op St. Lucia hadden we al eens een keer een auto gehuurd met het stuur rechts, ook daar rijden ze aan de verkeerde kant.

Wel links maar LINK is dat! Als je richting aangaf gingen de ruitenwissers heen en weer. Nou is dat daar niet zo erg, hier in Engeland ging het rechterportier steeds open als ik wilde schakelen.
Na verloop van tijd ging m’n linkerhand steeds vaker naar de versnellingspook en bleef de deur dicht.

Gelukkig konden we op 14 mei onze boot weer oppikken. Dat had wel even wat voeten in aarde, want de Spuigracht lag aan de terminal van de Queen Elizabeth II. Nou dan heb je heel veel lef, dus ze moest verkassen naar een andere kade en daardoor werden wij 7 hele uren later pas gelost.

                                     



                      

Nu liggen we gelukkig weer met beide voeten in het water, want het regent hier constant pijpenstelen. Welkom in Engeland.   

Een beetje een deja vue gevoel krijg je wel of in goed Engels, done that before, maar dat is het leuke van een verslaving, je mag het steeds weer doen en dus zetten we de zeilen op naar Cowes op het eiland Wight en daarna door naar Lymington en Studland Bay om daarna aan de overtocht te beginnen naar Cherbourg.
Later zien we wel weer, want de plannen zijn al vaak genoeg bijgesteld, ook dat is een deja vue of done that again of oude koeien verhalen.
Maakt niet uit. De boot drijft, de zeilen staan bol en het is koud weer. Zalig na al die maanden zweet over mijn rug en zonnebrandcrème.





zondag 1 mei 2016

Doeng doeng doeng doeng, een ritme van 85 slagen per minuut

Diepe donkere nacht, de nachten zijn hier donker, weer overal verlichting op het eiland en weer het beeld van een omgevallen kerstboom. Romantisch hoooo maar.

De zenuwen gieren door mijn keel. Het vrachtschip, netjes noem je dat een motorvessel, Spuigracht zou op 27 april om 13.00 uur afmeren aan de kade.
Alles wat er rond die tijd ligt is een supergroot cruiseschip uit de serie of the Seas die tot de grootste ter wereld behoren. Allure heet deze, die voor ons in de weg ligt.
Dan mag ze wel de grootste zijn met 360 meter maar in de weg ligt ze wel.



Niks groot stoer transportschip waar onze boot met nog 30 anderen op vervoerd gaat worden naar Southampton.
Nee, verschrikkelijke rotherrie van bombastische muziek die van dit Cruiseschip door de baai dendert of is het de carnaval dat hier nu aan de gang is? Maakt niet uit, niks stoere hijsgeluiden en flikkeringen van laselektrodes op het stalen dek waardoor de bokken op het dek vast gelast worden. Niks zeilboten die omhoog gehesen worden.


Maar goed, wat niet is kan nog komen. Blijkt dat de Spuigracht even moest wachten totdat dit cruiseschip is vertrokken.
Dus komt ze dus omstreeks 21.30 uur zonder trompettergeschal langzaam binnengedreven. Nou van mij kreeg ze wel een klein welkomstoetertje.
Alleen navigatieverlichting en donkere contouren van de Spuigracht en een sleepbootje en dit alles op een kleine 100 meter bij ons vandaan. Geen rimpeling in het water te bekennen. Het zware motorgeronk is lichtjes te horen. Langzaam als een zwaan glijdt ze naar de lege kade…. Doeng, doeng, doeng.


Wij moeten ons op 29 april om 11.00 uur melden aan de zijkant van de Spuigracht om opgehesen te worden.
We voelen ons nietig met 10.28 meter tegenover 173 meter. Een touwladder hangt halverwege naar beneden en die moet ter hoogte van onze kuip uitkomen.
Dat lukt aardig en de stootwillen houden ons af van de scheepromp. Dan schuurt hoog boven ons hoofd een zaling met een akelig geluid tegen de stalen romp van de Spuigracht.


We kijken omhoog, het lijkt wel 50 meter, tegen de menie-achtig gekleurde scheepswant en zien een klein hoofdje omlaag kijken. Een handje houdt de bovenste zaling vast om op die manier het schuren van de zaling te voorkomen. Spanbanden kletteren op ons dek. Niks voorzichtig meer, maar gewoon ruwe grote vaart mentaliteit. Stoere mannen en stalen schepen.

Even later daalt op de touwladder een oranje overall naar beneden, ik kijk tegen de grove profielen aan van zware werkschoenen. Het lijken wel tractorbanden die naar mij afdalen, steeds verder naar ons kostbare teakdek. De Filipijnse deckhand stapt vriendelijk met lachende ogen en voorzichtig op het dek en doet meteen zijn schoenen uit en loopt gemakkelijk op kousenvoeten naar de voorkant van onze boot. Zie ik een grote teen door de sok steken?
Nog meer lui dalen af van de touwladder, nog meer zware werkschoenen en niet veel later staan er netjes 4 paar zware werkschoenen naast elkaar op de kuipbank.

Een hijsblok met banden daalt ondertussen naar beneden. Niet normaal zo groot allemaal en het gaat zo soepel en voorzichtig. Commando’s worden gegeven.
De taal is Engels, die van mij kollyflower English, volgens een collega en van de deckhands Filipijns. Alles door elkaar en het werkt. Ondertussen ligt er ook nog een duiker naast onze boot.


Die checkt alles onder water. Niks aan het toeval overlaten. Check, check en dubbel check en dan een duim omhoog. We stijgen meteen. Ik kijk op de klok, 11.00 uur sharp, de loadmaster vindt het normaal. Langzaam komt de bovenkant van het vrachtschip in zicht.




We stappen over de reling aan boord van de Spuigracht en de Hullu Poro gaat zonder ons verder omhoog en wordt dan door 9 man omringd in een bok gezet en vastgesjord. 




Ik heb even geen invloed meer.


Einde episode 1 en to be continued in Southampton.