vrijdag 22 april 2016

Borstrok en aftellen.

Met verbazing zie ik hier de plaatselijke bevolking in lange broeken en truien rondlopen. Sommige hebben wollen mutsen op. Ineens is het in de boot nog maar 25 graden, boven nul, dat nog wel, maar goed ik loop met kippenvel rond. Ik weet niet hoe snel ik een lange broek en wintertrui gevonden moet krijgen. Handschoenen liggen bij de hand, voor het geval….



Na een heerlijke tocht van Druif Bay naar St James Bay, hoog aan de wind en golven water over het dek. Dit alles bij St Thomas op de USVI. Ruyter Bay ligt achter ons en een Hollands gevoel komt in ons op, niet alleen door het weer.
Brakkig mager zonnetje en donkere wolken, waar doet mij dat aan denken. Het is dat het water glashelder is en toch nog steeds rond de 30 graden is.
De andere signalen staan toch echt op een IJspegeltocht. Als ik nog steeds een snor zou hebben gehad, hadden er echt ijspegels in gehangen of snottebellen van emotie. Zal wel komen door de reflectie van de ijzige zon, dat er een kleine zonnesteek aan het opkomen is waardoor je niet meer helder kunt denken. Maar heerlijk is het wel.
Mooi een paar slagen overstag maken voordat het einddoel is bereikt. Het kan niet lang genoeg duren.
Gelukkig hebben we een drijfanker in de vorm van ons bijbootje waardoor het nog langer duurt.



Het wordt langzaam donker en we liggen met een paar andere boten, waar alleen de contouren nog zichtbaar van zijn in deze baai. Hier en daar al een toplicht en de krekels laten duidelijk van zich horen. De radio in de hut staat op een zender met de toepasselijke naam van “Pirate” en laat de duistere klanken horen van Dark side of the moon van Pink Floyd. Toepasselijker kan bijna niet want over 2 dagen is het weer volle maan. Nu alleen door de grijzige lucht die er de hele dag al is een maanloze avond met hier en daar een flikkerende boei in het water, die aangeeft niet over het hoofd gezien te moeten worden. Het wemelt hier van de net boven water uitstekende rotjes met de toepasselijke namen als Cow and Calf, Two Brothers of Buck Island.



Met daarna nog meer klassiekers uit de radio, krekelgeluiden op de achtergrond, klotsend water tegen de spiegel en bruisende golven die op het kiezelstand kapot slaan.

De verlichting op St Thomas is duidelijk zichtbaar en het eiland lijkt wel een omgevallen kerstboom, om maar in de stemming van de onderkoelde temperatuur te blijven. Heerlijk hebben we de maaltijd er maar op aangepast; Chili con Carne en een zware rode wijn om maar warm te blijven.

Vanavond gaat de pyjama weer aan en het dekbed in de hoes.

Ondertussen volgen we op Marinetraffic.com de mv Spuigracht die onze boot naar Southampton brengt. Om de een of andere reden heeft dit schip er zin in en komt eerder aan dan oorspronkelijk gepland was.
Nog maar een dag of 6 en dan is de mv Spuigracht hier op St Thomas en gaat onze boot in de takels om op haar dek vastgesnoerd en gekooid te worden.
Als het goed is pikken we haar weer op rond 10 mei in Southampton en laten we de zeilen weer bollen richting het Caledonian Channel in Schotland.

Waar het ene plan niet doorgaat, ontstaat er altijd weer een ander leuk plan. Een sigaar rokende acteur zei eens: it’s nice when a plan comes together. Zo niet, dan is er altijd weer een ander plan.
Nog 6 dagen van baai naar baai en daarna met het vliegtuig naar New York, even fietsen in Central Park.

dinsdag 12 april 2016

Boemerang en niet terugzeilen …..

Wat heeft een boemerang nu met zeilen te maken. Ik weet het ook niet. Maar dat ze hier rondvliegen weet ik wel zeker.
En een beslissing om niet terug te zeilen is ook wat. Dat gaat niet in je koude kleren zitten. Nu komt dat goed uit want die heb je hier ook niet nodig, een zwembroek kan soms al veel te warm zijn. Verder ga ik niet in details.

Ik moet onderweg ergens een boemerang weggegooid hebben, weliswaar waarschijnlijk zonder erg.
Nu wil ik alvast een paar personen voor zijn die niet verbaasd zijn over mijn “zonder erg” acties en daar wel iets in herkennen en hun commentaar er al klaar voor hebben. 
Nou dat mag, zeker met deze omgeving kan ik alles aan.

Maar dat er hier een boemerang rondvliegt heb ik uit eigen ervaring gemerkt.
Zo zaten wij op een ochtend in de baai Gorda Sound op Virgin Gorda  aan het ontbijt.


Niks bijzonders dat ontbijt, ook hier geen lekker brood. Ondertussen hebben we een winkelvoorraad afbak baguettes opgekocht en kunnen tot 2021 vooruit en het zelf broodbakken gaat ook steeds beter. Dus over een tijdje hoor je mij niet meer klagen. 

Maar de omgeving is verpletterend en toen had ik echt het gevoel dat ik een boemerang tegen mijn hoofd kreeg.
Besef even waar je bent Streek en hoe en met wie!!!!
Misschien heb ik op andere plekken ook met verbazing rondgekeken maar hier was het effect wel heel heftig en ineens ging ik met hele andere ogen kijken. Ook nog even achterom naar waar we vandaan kwamen en alles wat we al gedaan hadden.
En ook even of die boemerang die me net geraakt had nog ergens rondvloog.
Een tweede klap zou ik niet overleven. 



Het is hier niet te vergelijken met andere plekken waar we tot nu toe geweest zijn. Afstanden tussen de eilanden zijn op 2 vingers te tellen. Je gooit ergens los, dat moet je wel voorzichtig doen want meteen moet je ergens anders al weer vastmaken en voorzichtig om niks te verstoren, zo mooi is het hier.
De ene keer lig je achter je eigen anker en de andere keer pik je een ankerbol op, waar enthousiast een ankerbollady je 30 dollar voor komt aftroggelen.
Dat is nu al een paar keer gebeurd. Ik ben er maar van uitgegaan dat het de koopprijs is. Dus heb ik ondertussen de bakskist vol ankerbollen liggen.
Lekker handig voor op de andere ankerplekjes, je eigen ankerbol.
En voor straks thuis in de tuin, een stapeltje Caribische ankerbollen.


Je zweeft hier door een ruimte van watermassa die zo helder is dat je niet gelooft dat je drijft.
Je moet naar de bodem kijken om door de schaduw van de boot overtuigd te worden dat er zo hier en daar zo’n 15 meter tussen de kiel en de bodem is. Of als het dieper wordt, er een heldere loze ruimte onder je ontstaat die langzaam onzichtbaar wordt.
De dagen stromen loom voorbij van zeilen van het ene baaitje naar het andere baaitje, van eiland naar eiland. Snorkelen bij rotsformaties, wuivende koralen en vissen in prachtige kleuren.

We lassen een rustdag in om te bekijken wat er om je heen allemaal gebeurd.
Van de weersomstuit ga ik de onderkant van de boot maar weer eens schoonschrobben om mij voor te houden dat zeilen toch echt hard werken is.

Niks heerlijkers dan in 30 graden warm zeewater te drijven, omgeven door nieuwsgierig vissen die van het loskomende groen snoepen. Kleine visjes die en passant opgegeten worden door grotere vissen.


Schrobbend en rondkijkend zie ik hoe een pijlstaartrog voorzichtig over de bodem fladdert. Een barracuda van een dikke meter die ineens opduikt en zich achter de kiel verstopt. Daarna zijn dikke grote kop om de hoek steekt en zijn kaken langzaam open en dicht doet. Blinkende scherpte tanden glinsteren in het heldere water. Geen tandplak zo te zien.
Voor mijn gevoel veel te dichtbij en ik flapper maar met mijn blauwe flippers wild naar hem. Ondertussen schrob ik door en trek schijnbaar nog meer aandacht van hem. En dat allemaal in dat kristalheldere super heerlijke warme zeewater waarin afstand niet te bepalen is en je angstig in de ogen van een barracuda staart. 


De tijd komt steeds dichterbij om serieus voorbereidingen te treffen voor de oversteek. 
We besluiten om niet terug te zeilen en dat geeft een geruststellend gevoel, niet alleen in de boot maar ook bij het thuisfront. Op een transportschip gaat de boot naar Southampton en daar gaan we verder met ons zeilverhaal. Dat gaat ergens in mei gebeuren.

Ondertussen genieten we met volle teugen en zonder stress of angst voor de oversteek.